Informatie over het woord sip (Nederlands → Esperanto: malgaja)

Synoniemen: mismoedig, mistroostig, somber, triestig

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/sɪp/
Afbrekingsip

Trappen van vergelijking

Stellende trapsip
Vergrotende trapsipper
Overtreffende trapsipst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefsipsipper(het) sipst, (het) sipste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudsippesipperesipste
Onzijdig enkelvoudsipsippersipst
Meervoudsippesipperesipste
Bepaaldsippesipperesipste
Partitiefsipssippers 

Voorbeelden van gebruik

De twee reizigers openden met een sip gezicht hun beurzen en telden het vereiste bedrag aan zilverstukken neer.

Vertalingen

Duitstrübe; trübselig; mißmutig; trüb
Engelsbleak; dismal; gaunt; sad; sullen; gloomy
Esperantomalgaja
Faeröersóglaður; syrgiligur
Fransmaussade; sombre
Grieksαγέλαστος
IJslandsdapur
Italiaansafflitto; triste
Noorstrist; sturen
Papiamentstristu
Poolssmutny
Portugeesmacambúzio; sombrio; triste
Saterfriessweermoudich; tjuusterch
Spaansmohino; triste
Thaisเศร้าโศก
Westerlauwers Friesdrôf; ferdrietlik