Informatie over het woord centraliseren (Nederlands → Esperanto: centralizi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/sɛntraliˈzerə(n)/
Afbrekingcen·tra·li·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) centraliseer(ik) centraliseerde
(jij) centraliseert(jij) centraliseerde
(hij) centraliseert(hij) centraliseerde
(wij) centraliseren(wij) centraliseerden
(jullie) centraliseren(jullie) centraliseerden
(gij) centraliseert(gij) centraliseerdet
(zij) centraliseren(zij) centraliseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) centralisere(dat ik) centraliseerde
(dat jij) centralisere(dat jij) centraliseerde
(dat hij) centralisere(dat hij) centraliseerde
(dat wij) centraliseren(dat wij) centraliseerden
(dat jullie) centraliseren(dat jullie) centraliseerden
(dat gij) centraliseret(dat gij) centraliseerdet
(dat zij) centraliseren(dat zij) centraliseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
centraliseercentraliseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
centraliserend, centraliserende(hebben) gecentraliseerd

Vertalingen

Duitszentralisieren; zusammenlegen; zusammenfassen
Esperantocentralizi