Informatie over het woord pasen (Nederlands → Esperanto: pasko)

Synoniemen: christelijk pasen, paasfeest

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈpasə(n)/
Afbrekingpa·sen

Voorbeelden van gebruik

De kuikens zijn rond pasen uit het ei gekropen en groeien als kool.

Vertalingen

Deenspåske
DuitsOstern; Osterfest
EngelsEaster
Esperantopasko; pesaĥo
Noorspåske
SpaansPascua
TagalogMahál‐na‐araw; Kuwaresma