Informatie over het woord mat (Nederlands → Esperanto: mato)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/mɑt/
Afbrekingmat
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudmatten

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
matjematjes

Voorbeelden van gebruik

Terwijl hij op de mat stond met zijn rug tegen de gesloten deur, haalde hij een kleine elektrische lantaarn uit zijn zak.

Vertalingen

Afrikaansmat
Engelsmat
Esperantomato
Papiamentsklechi; mat
Spaansestera
Swahilimkeka
Thaisเสื่อ
Welsmat