Informatie over het woord ons (Nederlands → Esperanto: nia)

Woordsoortbezittelijke determinator
Uitspraak/ɔns/
Afbrekingons

Verbuiging

 ManlijkVrouwelijkOnzijdigMeervoud
Nominatiefonsonzeonsonze
Genitiefonzesonzeronzesonzer
Datiefonze, onzenonze, onzerons, onzenonze, onzen
Accusatiefonze, onzenonzeonsonze

Voorbeelden van gebruik

Het is onze laatste kans.
Het blijft ons voornemen om de Nederlandse overheid zo snel mogelijk terug te betalen.
We zouden graag zien dat je je wijsheid bijdroeg aan ons overleg.
Dat was het knarsetanden onzer gasten, Olivier.
Onze situatie was zo gevaarlijk dat deze maatregel gerechtvaardigd leek.
Reken op onze hulp.
Onze vrienden stonden dicht bij ons met de paarden.
Wat zouden onze families eigenlijk denken dat er van ons geworden is?
Maar zijn kamp was tamelijk ver van het onze verwijderd.

Vertalingen

Afrikaansons
Albaneesjonë; ynë
Catalaansnostra; nostre
Deensvor; vort; vores
Duitsunser; unserige
Engelsour
Esperantonia
Fransnotre
IJslandsvor
Jiddischאונדזער
Nederduitsuns
Papiamentsnos
Poolsnasz
Portugeesnossa; nosso
Russischнаш
Saterfriesuus
Schotswir; oor
Schots-Gaelischar
Spaansnuestro
Srananwi
Swahili‐etu
Thaisของเรา
Turksbizim
Westerlauwers Friesús
Zweedsvår