Informatie over het woord Janus (Nederlands → Esperanto: Johano)

Synoniemen: Hans, Jan, Jannes, Johan, Johannes

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈjanəs/, /ˈjanɵs/
AfbrekingJa·nus
Geslachtmanlijk

Voorbeelden van gebruik

Janus nam zijn pijp uit de mond.

Vertalingen

AfrikaansJan
CatalaansJoan
DeensJens
DuitsJohann; Johannes; Hans
EngelsJohn
EsperantoJohano
FaeröersJóhan; Jóhannes
FransJean
GrieksΙωάννης; Γιάννης
Jamaicaans CreoolsJan
PortugeesJoão
Schots-GaelischIain
Westerlauwers FriesJan