Informatie over het woord jacht (Nederlands → Esperanto: ĉaso)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/jɑxt/
Afbrekingjacht
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudjachten

Voorbeelden van gebruik

Een wilde jacht ontstond.
Ik hoop met nog meer soorten jacht kennis te maken.
Laat mij toch vertrekken voor de jacht of overtuig mij er met redelijke argumenten van dat deze gang van zaken beter voor mij is.

Vertalingen

Deensjagt
DuitsJagd; Weidwerk
Engelshunt
Esperantoĉaso
Franschasse
Hongaarsvadászat
Portugeescaça; caçada
Westerlauwers Friesjacht
Zweedsjakt