Informatie over het woord tropisch (Nederlands → Esperanto: tropika)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈtropis/
Afbrekingtro·pisch

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudtropische
Onzijdig enkelvoudtropisch
Meervoudtropische
Bepaaldtropische
Partitieftropisch

Voorbeelden van gebruik

Bij bomen in tropische gebieden, waar de groei het hele jaar ononderbroken doorgaat, treft men geen jaarringen aan.
Een tijdlang hakte Zarono’s groep zich een weg door dicht, tropisch struikgewas.
Verschillende tropische stormen hebben sinds zaterdag in delen van Bangladesj ten minste 36 levens geëist.
De tropische temperaturen van eerder deze week worden niet gehaald.
Ook leven er allerlei soorten tropische vogels en insecten.

Vertalingen

Afrikaanstropies
Deenstropisk
Duitstropisch
Engelstropical
Esperantotropika
Franstropical
Papiamentstropikal; trópiko
Portugeestropical
Russischтропический
Saterfriestropisk
Spaanstropical
Westerlauwers Friestropysk
Zweedstropisk