Informatie over het woord plak (Nederlands → Esperanto: tranĉaĵo)

Synoniemen: filet, moot, schijf, snede, snee, sneetje

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/plɑk/
Afbrekingplak

Voorbeelden van gebruik

Jan, die bezig was plakken gebraden vlees af te snijden, keek op.

Vertalingen

Catalaansfilet
DuitsScheibe; Schnitte
Engelsslice
Esperantotranĉaĵo; tranĉo
Faeröersavskorið petti; kut
Fransbalafre; tranche
Portugeesfatia; talhada
SaterfriesSkieuwe; Sniede
Spaansfilete; tajada; trozo