Informatie over het woord tent (Nederlands → Esperanto: tendo)

Synoniemen: huif, kampeertent

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/tɛnt/
Afbrekingtent
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudtenten

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
tentjetentjes

Voorbeelden van gebruik

Het was al laat toen hij opstond en zich terugtrok in zijn eigen tent.
Een grote man kwam de tweede tent uit.
Ze hadden hun kleurige tenten opgezet en hun vlaggen uitgestoken.
Twee vrouwen waren uit een ander gedeelte van de tent te voorschijn gekomen.

Vertalingen

Afrikaanstent
Catalaanstenda
DuitsZelt
Engelstent
Esperantotendo
Faeröerstjald
Finsteltta
Franstente
Hongaarssátor
Italiaanstenda
Noorstelt
Papiamentstènt
Portugeesbarraca; pavilhão; tenda
SaterfriesBarakke; Tält; Tälte
Spaanstienda; tienda de campaña
Sranantenti
Westerlauwers Friestinte