Informatie over het woord doof (Nederlands → Esperanto: surda)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/dof/
Afbrekingdoof

Trappen van vergelijking

Stellende trapdoof
Vergrotende trapdover
Overtreffende trapdoofst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefdoofdover(het) doofst, (het) doofste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvouddovedoveredoofste
Onzijdig enkelvouddoofdoverdoofst
Meervouddovedoveredoofste
Bepaalddovedoveredoofste
Partitiefdoofsdovers 

Voorbeelden van gebruik

Ik ben niet doof.
„Het is mogelijk dat ik wijs ben”, zei Kaa, toen hij het verhaal had aangehoord, „maar doof ben ik zeker.”
Kroisos had twee zonen van wie een gebrekkig was, want hij was doof.
Hij keek de groep rond en zelfs de dove oude Yaa‐Yimpe scheen aan te voelen hoe belangrijk de toespraak was.
Playboy‐baas Hugh Hefner slikte in de laatste jaren voor zijn dood zoveel Viagra dat hij er doof van werd.

Vertalingen

Catalaanssord
Deensdøv
Duitstaub
Engelsdeaf
Engels (Oudengels)deaf
Esperantosurda
Faeröersdeyvur; dulur
Finskuuro
Franssourd
Grieksκουφός
Hongaarssüket
IJslandsdaufur
Italiaanssordo
Jiddischטױב
Maleistuli
Noorsdøv
Papiamentssordo
Portugeesmouco; surdo
Russischглухой
Saterfriesdoof
Schotsdeif
Spaanssordo
Sranandofu
Tagalogbingí
Thaisหูหนวก
Tsjechischhluchý
Turkssağır
Welsbyddar
Westerlauwers Friesdôf
Zweedsdöv