Informatie over het woord zee (Nederlands → Esperanto: maro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ze/
Afbrekingzee
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudzeeën

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
zeetjezeetjes

Voorbeelden van gebruik

Ze keerden de zee dus de rug toe en begonnen in de richting van de duinen te lopen.
Hij stak een hoofd boven de anderen uit en hield de zee in de gaten.
Neem nooit van de zee wat haar rechtens toekomt.
Nou, het is meer de lucht van vissen die de zee te lang niet gezien hebben!
Maar u wilde met alle geweld naar de zee.
Na tien minuten begon het naar zee te ruiken.
Men voer ook niet ver de zee op.

Vertalingen

Afrikaanssee
Albaneesdet
Catalaansmar
Deenshav
DuitsMeer; See
Engelssea
Engels (Oudengels); mere
Esperantomaro
Faeröerssjógvur
Finsmeri
Fransmer
Grieksθάλασσα
Hawaiaanskai; moana
Hongaarstenger
IJslandshaf; sjór
Italiaansmare
Jiddischים
Kabylischlebḥer
Latijnaequor; mare; pontus
LuxemburgsMier
Maleislaut
Nederduitssey
Noorssjø; hav
Papiamentslamá; laman
Poolsmorze
Portugeesmar
Roemeensmare
Russischморе
SaterfriesSee
Schotssea
Schots-Gaelischfairge; muir; cuan
Spaansmar
Srananse; bigiwatra
Swahilibahari
Thaisทะเล
Tsjechischmoře
Turksdeniz
Westerlauwers Friessee
Zweedshav; sjö