Informatie over het woord mager (Nederlands → Esperanto: malgrasa)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈmaɣər/
Afbrekingma·ger

Trappen van vergelijking

Stellende trapmager
Vergrotende trapmagerder
Overtreffende trapmagerst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefmagermagerder(het) magerst, (het) magerste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudmageremagerderemagerste
Onzijdig enkelvoudmagermagerdermagerst
Meervoudmageremagerderemagerste
Bepaaldmageremagerderemagerste
Partitiefmagersmagerders 

Voorbeelden van gebruik

Welk mager vlees komt bij jou het vaakst op tafel?

Vertalingen

Duitsmager; Mager‐
Engelsthin
Esperantomalgrasa; magra
Fransmaigre
Portugeesmagro
Saterfriesmeeger; skroa