Informatie over het woord vlieger (Nederlands → Esperanto: kajto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈvliɣər/
Afbrekingvlie·ger
Geslachtmanlijk
Meervoudvliegers

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
vliegertjevliegertjes

Voorbeelden van gebruik

Iedere morgen werd er een enorme vlieger opgelaten, waarmee een jongetje van acht of negen jaar omhooggehesen werd, blijkbaar om als uitkijk te dienen.

Vertalingen

DuitsFlugdrachen; Drachen
Engelskite
Esperantokajto; flugdrako; flugludilo
Faeröersdreki; leikadreki
Grieksαετός
Jamaicaans Creoolskait
Papiamentsfli
Spaanscometa
Turksuçurtma
Westerlauwers Friesdraak