Informatie over het woord vork (Nederlands → Esperanto: forko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/vɔrᵊk/
Afbrekingvork
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudvorken

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
vorkjevorkjes

Voorbeelden van gebruik

Met zijn vork zwaaiend, vroeg hij Rolf Ekeus zich nader te verklaren.
Daarom werd het vlees alleen met lange vorken aangeraakt.
En omdat vorken destijds nog niet werden gebruikt, greep hij met zijn vingers in de pastei.

Vertalingen

Afrikaansvurk
Catalaansforca; forcat
Deensgaffel
DuitsGabel; Forke; Schritt
Engelsfork
Engels (Oudengels)forca
Esperantoforko
Faeröersgaffil
Finshaarukka
Fransfourchette
Hongaarsvilla
Italiaansforchetta
Jiddischגאָפּל
Latijnfurca
Noorsgaffel
Papiamentsfòrki; hòrkèt; orketa
Portugeesgarfo
Russischвилка
Spaanshorca; horquilla
Srananforku
Tagalogtenedor
Thaisส้อม
Tsjechischvidle; vidlice
Welsfforc
Westerlauwers Friesfoarke
Zweedsgaffel; grep