Informatie over het woord pletten (Nederlands → Esperanto: platigi)

Synoniem: platstrijken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈplɛtə(n)/
Afbrekingplet·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) plet(ik) plette
(jij) plet(jij) plette
(hij) plet(hij) plette
(wij) pletten(wij) pletten
(jullie) pletten(jullie) pletten
(gij) plet(gij) plettet
(zij) pletten(zij) pletten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) plette(dat ik) plette
(dat jij) plette(dat jij) plette
(dat hij) plette(dat hij) plette
(dat wij) pletten(dat wij) pletten
(dat jullie) pletten(dat jullie) pletten
(dat gij) plettet(dat gij) plettet
(dat zij) pletten(dat zij) pletten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
pletplet
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
plettend, plettende(hebben) geplet

Voorbeelden van gebruik

Een Australiër heeft met een gestolen bulldozer vier auto’s geplet, voordat hij dwars door een huis reed waarin een vrouw en haar kinderen zaten.

Vertalingen

Engelsflatten
Esperantoplatigi
Fransaplatir
Italiaansappiattire