Voorkeurstaal
Afrikaans
Deutsch
English
español
esperanto
français
Frysk
Nederlands
svenska
Thuispagina
•
Veeltalig vertaalwoordenboek
boog (1)
boog (2)
Informatie over het woord
boog
(Nederlands → Esperanto: pafarko)
Synoniemen: handboog, pijl en boog
Woordsoort
zelfstandig naamwoord
Uitspraak
/box/
Afbreking
boog
Geslacht
manlijk
Meervoud
bogen
Voorbeelden van gebruik
Hij droeg een
boog
op zijn rug en had een koker met glimmende pijlen op zijn heup.
Drie mannen hadden een
boog
bij zich, de twee anderen waren met hellebaarden bewapend.
Ze hebben
bogen
, en ik wed dat het goede schutters zijn, beter dan de dorpelingen van Nestowe.
Legolas legde zijn peddel neer en pakte de
boog
die hij uit Lórien had meegenomen.
Vertalingen
Deens
bue
Duits
Bogen; Schießbogen
Engels
bow
Esperanto
pafarko
Portugees
arco
Spaans
arco; arco de flechas