Informatie over het woord bedotten (Nederlands → Esperanto: mistifiki)

Synoniemen: beduvelen, beetnemen, om de tuin leiden, in de luren leggen, parten spelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈdɔtə(n)/
Afbrekingbedotten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bedot(ik) bedotte
(jij) bedot(jij) bedotte
(hij) bedot(hij) bedotte
(wij) bedotten(wij) bedotten
(jullie) bedotten(jullie) bedotten
(gij) bedot(gij) bedottet
(zij) bedotten(zij) bedotten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bedotte(dat ik) bedotte
(dat jij) bedotte(dat jij) bedotte
(dat hij) bedotte(dat hij) bedotte
(dat wij) bedotten(dat wij) bedotten
(dat jullie) bedotten(dat jullie) bedotten
(dat gij) bedottet(dat gij) bedottet
(dat zij) bedotten(dat zij) bedotten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bedotbedot
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bedottend, bedottende(hebben) bedot

Voorbeelden van gebruik

Laat je door Sarsem noch Hache‐Moncour, noch enig ander, bedotten of van je taak afbrengen!

Vertalingen

Catalaansmistificar
Duitsnarren; mystifizieren; zum besten halten
Engelsfool; mystify; trick
Esperantomistifiki; mistifi
Fransmystifier
Portugeesburlar; ludibriar; mistificar
Saterfriesbiet hääbe; ferköäkelje; foar dän; foargaukelje; foar n Dummen hoolde; foar n Griesen hoolde; gäkje; Güüchel hoolde; naarje
Spaansembromar; engañar; engañar en broma