Informatie over het woord verloochenen (Nederlands → Esperanto: malagnoski)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈloxənə(n)/
Afbrekingver·looch·e·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verloochen(ik) verloochende
(jij) verloochent(jij) verloochende
(hij) verloochent(hij) verloochende
(wij) verloochenen(wij) verloochenden
(jullie) verloochenen(jullie) verloochenden
(gij) verloochent(gij) verloochendet
(zij) verloochenen(zij) verloochenden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verloochene(dat ik) verloochende
(dat jij) verloochene(dat jij) verloochende
(dat hij) verloochene(dat hij) verloochende
(dat wij) verloochenen(dat wij) verloochenden
(dat jullie) verloochenen(dat jullie) verloochenden
(dat gij) verloochenet(dat gij) verloochendet
(dat zij) verloochenen(dat zij) verloochenden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verloochenverloochent
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verloochenend, verloochenende(hebben) verloochend

Voorbeelden van gebruik

Zelfs al moest ik met u sterven, ik zal u voorzeker niet verloochenen.
Ik heb hem overgehaald haar te verloochenen.

Vertalingen

Engelsdisavow
Esperantomalagnoski; abĵuri
Fransfaire abnégation de