Informatie over het woord drijven (Nederlands → Esperanto: peli)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdrɛi̯və(n)/
Afbrekingdrij·ven

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) drijf(ik) dreef
(jij) drijft(jij) dreef
(hij) drijft(hij) dreef
(wij) drijven(wij) dreven
(jullie) drijven(jullie) dreven
(gij) drijft(gij) dreeft
(zij) drijven(zij) dreven
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) drijve(dat ik) dreve
(dat jij) drijve(dat jij) dreve
(dat hij) drijve(dat hij) dreve
(dat wij) drijven(dat wij) dreven
(dat jullie) drijven(dat jullie) dreven
(dat gij) drijvet(dat gij) drevet
(dat zij) drijven(dat zij) dreven
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
drijfdrijft
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
drijvend, drijvende(hebben) gedreven

Voorbeelden van gebruik

Drijf de paarden tot het uiterste, maar hou ze in leven.

Vertalingen

Esperantopeli