Informatie over het woord poort (Nederlands → Esperanto: pordego)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/poːrt/
Afbrekingpoort
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudpoorten

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
poortjepoortjes

Voorbeelden van gebruik

Hij liep naar buiten en ontmoette Patricia bij de poort.
Het pad van de poort naar het bouwwerk was volkomen overgroeid.
Een grote groep gardisten rende naar de grote poort.
Drie hoge poorten onderbraken hier de muur.
Het is niet ver naar de poort.

Vertalingen

Esperantopordego