Informatie over het woord vals (Nederlands → Esperanto: falsa)

Synoniemen: onécht, vervalst

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/vɑls/
Afbrekingvals

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudvalse
Onzijdig enkelvoudvals
Meervoudvalse
Bepaaldvalse
Partitiefvals

Voorbeelden van gebruik

„U wilt toch niet zeggen,” mompelde ik, „dat die baard en die witte haren vals zijn?”
Die twee hebben dus vals geld gemaakt.
Het scheen dat ze valse schedels droegen die uitliepen in een punt en over hun voorhoofd staken.
„Het is een complot!” riep de valse koning.
Vorig jaar zijn in Nederland 17.400 valse eurobiljetten aangetroffen en uit de roulatie gehaald.

Vertalingen

Afrikaansvals
Esperantofalsa
Spaansfalso