Informatie over het woord wereld (Nederlands → Esperanto: mondo)

Woordsoort	zelfstandig naamwoord
Uitspraak	/ˈʋeːrəlt/
Afbreking	we·reld
Geslacht	historisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoud	werelden

Verkleinwoord
Enkelvoud	Meervoud
wereldje	wereldjes

Voorbeelden van gebruik

Het was of ze het einde van de wereld hadden bereikt.

Eerst wil ik even uitleggen waarom ik denk dat deze man van een andere wereld komt.

De wereld achter die rand was hem volkomen onbekend.

We gaan de wijde wereld in, jij en ik.

Wat is er toch een narigheid op de wereld.