Informatie over het woord weten (Nederlands → Esperanto: scii)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋetə(n)/
Afbrekingwe·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) weet(ik) wist
(jij) weet(jij) wist
(hij) weet(hij) wist
(wij) weten(wij) wisten
(jullie) weten(jullie) wisten
(gij) weet(gij) wistet
(zij) weten(zij) wisten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wete(dat ik) wiste
(dat jij) wete(dat jij) wiste
(dat hij) wete(dat hij) wiste
(dat wij) weten(dat wij) wisten
(dat jullie) weten(dat jullie) wisten
(dat gij) wetet(dat gij) wistet
(dat zij) weten(dat zij) wisten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wetend, wetende(hebben) geweten

Voorbeelden van gebruik

Weet je een goedkopere oplossing, dan is dit natuurlijk prima.

Vertalingen

Afrikaansweet
Engelsknow
Esperantoscii