Synoniemen: onsmakelijk, wansmakelijk, vies, onappetijtelijk, onverkwikkelijk
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /ˈsmakəlos/ |
---|
Afbreking | sma·ke·loos |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | smakeloos |
---|
Vergrotende trap | smakelozer |
---|
Overtreffende trap | smakeloost |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | smakeloos | smakelozer | (het) smakeloost, (het) smakelooste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | smakeloze | smakelozere | smakelooste |
---|
Onzijdig enkelvoud | smakeloos | smakelozer | smakeloost |
---|
Meervoud | smakeloze | smakelozere | smakelooste |
---|
Bepaald | smakeloze | smakelozere | smakelooste |
---|
Partitief | smakeloos | smakelozers | |
---|
Men was het er algemeen over eens dat de grap bijzonder smakeloos was en er was meer eten en drinken voor nodig om de schrik en de ergernis van de gasten te verdrijven.
Joost had zwijgend een smakeloze maaltijd opgediend en heer Bommel zat mokkend voor zich uit te staren zonder iets te proeven.