Informatie over het woord versplinteren (Nederlands → Esperanto: dissplitiĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈsplɪntərə(n)/
Afbrekingver·splin·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) versplintert(hij) versplinterde
(zij) versplinteren(zij) versplinterden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) versplintere(dat hij) versplinterde
(dat zij) versplinteren(dat zij) versplinterden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
versplinterend, versplinterende(zijn) versplinterd

Voorbeelden van gebruik

Het ijs verbrijzelde, het hout versplinterde.

Vertalingen

Esperantodissplitiĝi