Informatie over het woord instrument (Nederlands → Esperanto: ilo)

Synoniemen: middel, stuk gereedschap

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɪnstryˈmɛnt/
Afbrekingin·stru·ment
Geslachtonzijdig
Meervoudinstrumenten

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
instrumentjeinstrumentjes

Voorbeelden van gebruik

De instrumenten waren ook niet beschadigd, op enkele verbogen onderdelen na, die ik weer recht kon zetten.
Hij greep een tas met instrumenten en liep met snelle passen naar de plek waar de rode sportauto bij het begin van de weg stond.

Vertalingen

Afrikaansmiddel; stuk gereedskap
Deensredskab; verktøj
DuitsMittel; Werkzeug; Instrument
Engelsinstrument
Esperantoilo
Faeröersamboð
Finskoje
Fransinstrument; outil; produit; ustensile
Italiaansarnese; strumento
Maleisalat; perkakas
Nederduitsmiddel
Noorsmiddel
Poolsinstrument; narzędzie; przyrząd
Portugeesferramenta; instrumento
SaterfriesMiddel; Reewe
Spaansherramienta; instrumento; medio
Srananwrokosani
Thaisเครื่อง
Turksalet; araç; aygıt
Westerlauwers Friesmiddel
Zweedsinstrument; tyg; verktyg