Informatie over het woord spons (Nederlands → Esperanto: spongo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/spɔns/
Afbrekingspons
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudsponsen, sponzen

Voorbeelden van gebruik

En met deze woorden wierp hij zijn spons weg en begon de trappen te beklimmen.

Vertalingen

Catalaansesponja
Deenssvamp
DuitsSchwamm
Engelssponge
Esperantospongo
Faeröersnjarðarvøttur; soppur
Finssieni
Franséponge
Portugeesesponja
Russischгубка
SaterfriesSwom
Spaansesponja
Sranansponsu
Tsjechischhouba
Westerlauwers Friesspûns
Zweedssvamp