Informatie over het woord rust (Nederlands → Esperanto: ripozo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/rɵst/
Afbrekingrust
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk

Voorbeelden van gebruik

Het paard had rust nodig.

Vertalingen

Albaneesçlodh
Deensro
DuitsRuhe
Engelsrepose; rest
Esperantoripozo
Fransrepos; trêve
Italiaansriposo
Papiamentsdeskanso
Portugeesdescanso; repouso
SaterfriesRaue
Spaansdescanso
Tsjechischklid; oddech; odpočinek
Westerlauwers Friesrêst
Zweedsrast; ro; vila