Informatie over het woord zeeschuimer (Nederlands → Esperanto: pirato)

Synoniemen: piraat, zeerover

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈzesxœy̯mər/
Afbrekingzee·schui·mer
Geslachtmanlijk
Meervoudzeeschuimers

Voorbeelden van gebruik

Wat hij gezien had, moest de geest zijn van een reeds lang gesneuvelde zeeschuimer.

Vertalingen

Afrikaansseerower
Catalaanspirata
DuitsPirat
Engelspirate; buccaneer
Engels (Oudengels)flota; lidmann
Esperantopirato; marrabisto
Finsmerirosvo
Grieksπειρατής
Nederduitspiraat
Papiamentspirata
Portugeespirata
SaterfriesPiroat
Spaanspirata
Tsjechischpirát
Westerlauwers Friesseerôver
Zweedspirat; sjörövare