Information about the word verhalen (Dutch → Esperanto: rakonti)

Synonyms: debiteren, vertellen

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈɦalə(n)/
Hyphenationver·ha·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verhaal(ik) verhaalde
(jij) verhaalt(jij) verhaalde
(hij) verhaalt(hij) verhaalde
(wij) verhalen(wij) verhaalden
(jullie) verhalen(jullie) verhaalden
(gij) verhaalt(gij) verhaaldet
(zij) verhalen(zij) verhaalden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verhale(dat ik) verhaalde
(dat jij) verhale(dat jij) verhaalde
(dat hij) verhale(dat hij) verhaalde
(dat wij) verhalen(dat wij) verhaalden
(dat jullie) verhalen(dat jullie) verhaalden
(dat gij) verhalet(dat gij) verhaaldet
(dat zij) verhalen(dat zij) verhaalden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verhaalverhaalt
Participles
Present participlePast participle
verhalend, verhalende(hebben) verhaald

Usage samples

Wat er nu volgde, laat zich niet verhalen.
Ook verhalen de indianen, dat hij, wanneer een moeras uitdroogt, verscheidene honderden schreden over land kruipt om plaatsen te zoeken waar meer water is, hetgeen ik graag wil geloven.
De keizerin beschouwde dit gedrag als een ongehoorde belediging en verhaalde het gebeurde aan de keizer.
Een latere en bekendere versie verhaalt hoe de feniks naar Heliopolis kwam en zichzelf op het altaar verbrandde, waarna uit zijn as een nieuwe feniks zou zijn opgestaan.
Dat zal worden verhaald.

Translations

Afrikaansvertel
Catalancontar; narrar
Czechpovídat; vyprávět; vypravovat
Danishfortælle
Englishrelate; tell; narrate; recount
Esperantorakonti
Faeroesegreiða frá; siga frá
Finnishkertoa
Frenchconter; raconter
Germanerzählen
Hungarianelmond
Icelandicsegja; segja frá
Italianraccontare
Jamaican Patoistel
Latinnarrare
Low Germanvertellen; vortellen
Norwegianfortelle
Polishopowiadać
Portuguesecontar; descrever; narrar
Romanianistorisi; nara; povesti
Saterland Frisianfertälle; tälle
Scotstell
Scottish Gaelicinnis
Spanishcontar; narrar
Srananfruteri
Swedishberätta
Thaiเล่า
Turkishanlatmak
West Frisianferhelje; fertelle