Information about the word bereiden (Dutch → Esperanto: pretigi)

Synonyms: klaarmaken, klaren, gereed maken, toebereiden, verzetten, in gereedheid brengen, gereedmaken

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈrɛi̯də(n)/
Hyphenationbe·rei·den

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) bereid(ik) bereidde
(jij) bereidt(jij) bereidde
(hij) bereidt(hij) bereidde
(wij) bereiden(wij) bereidden
(jullie) bereiden(jullie) bereidden
(gij) bereidt(gij) bereiddet
(zij) bereiden(zij) bereidden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) bereide(dat ik) bereidde
(dat jij) bereide(dat jij) bereidde
(dat hij) bereide(dat hij) bereidde
(dat wij) bereiden(dat wij) bereidden
(dat jullie) bereiden(dat jullie) bereidden
(dat gij) bereidet(dat gij) bereiddet
(dat zij) bereiden(dat zij) bereidden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
bereidbereidt
Participles
Present participlePast participle
bereidend, bereidende(hebben) bereid

Usage samples

In plaats daarvan had ze op Bommelstein een maaltijd bereid om de held bij zijn thuiskomst te verwelkomen.

Translations

Afrikaansvoltooi
Danishfuldende
Englishprepare
Esperantopretigi
Frenchapprêter; goupiller
Germanzurichten
Hungariankészít
Italianapprestare; preparare
Portugueseaparelhar; aprontar; preparar
Saterland Frisiantougjuchte
Spanishdisponer; preparar
West Frisianklearmeitsje