Information about the word sommeren (Dutch → Esperanto: ordoni)

Synonyms: bevelen, bevel geven, gebieden, gelasten, verordenen, voorschrijven, verordonneren, ordonneren

Part of speechverb
Pronunciation/sɔˈmerə(n)/
Hyphenationsom·me·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) sommeer(ik) sommeerde
(jij) sommeert(jij) sommeerde
(hij) sommeert(hij) sommeerde
(wij) sommeren(wij) sommeerden
(jullie) sommeren(jullie) sommeerden
(gij) sommeert(gij) sommeerdet
(zij) sommeren(zij) sommeerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) sommere(dat ik) sommeerde
(dat jij) sommere(dat jij) sommeerde
(dat hij) sommere(dat hij) sommeerde
(dat wij) sommeren(dat wij) sommeerden
(dat jullie) sommeren(dat jullie) sommeerden
(dat gij) sommeret(dat gij) sommeerdet
(dat zij) sommeren(dat zij) sommeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
sommeersommeert
Participles
Present participlePast participle
sommerend, sommerende(hebben) gesommeerd

Usage samples

Op beelden op sociale media is te zien dat de politie op Urk de journalist sommeert weg te gaan, in plaats van dat de aanvaller wordt opgepakt.
De jurist sommeert Bannon in een brief te stoppen met het doorgeven van vertrouwelijke informatie, berichten Amerikaanse media.
Ik sommeer je je over te geven!
De gemeente sommeerde de eigenaar van de fabriek toen om het pand schoon te maken.
De politie greep in nadat ze de oproerkraaiers gesommeerd had zich rustig te gedragen en weg te gaan.

Translations

Afrikaansbeveel
Catalanmanar; ordenar
Englishcommand; order; tell; dictate; direct
Esperantoordoni
Faeroeseskipa fyri
Finnishkäskeä
Frenchcommander; enjoindre; ordonner; sommer
Germananordnen; befehlen; gebieten; verordnen; vorschreiben
Luxemburgishbefielen; virschreiwen
Polishrozkazywać
Portuguesedar ordem; mandar; ordenar; prescrever
Romaniancomanda; ordona
Russianвелеть; приказать; приказывать
Saterland Frisiananoardenje; befeele; feroardenje; foarschrieuwe; foarskrieuwe; gebjoode
Spanishmandar; ordenar
Swedishbefalla; påbjuda
Thaiสั่ง
West Frisianbefelje