Information über das Wort betrekken (Niederländisch → Esperanto: venigi)

Synonyme: halen, ontbieden, laten komen

WortartVerb
Aussprache/bəˈtrɛkə(n)/
Trennungbe·trek·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) betrek(ik) betrok
(jij) betrekt(jij) betrok
(hij) betrekt(hij) betrok
(wij) betrekken(wij) betrokken
(jullie) betrekken(jullie) betrokken
(gij) betrekt(gij) betrokt
(zij) betrekken(zij) betrokken
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) betrekke(dat ik) betrokke
(dat jij) betrekke(dat jij) betrokke
(dat hij) betrekke(dat hij) betrokke
(dat wij) betrekken(dat wij) betrokken
(dat jullie) betrekken(dat jullie) betrokken
(dat gij) betrekket(dat gij) betrokket
(dat zij) betrekken(dat zij) betrokken
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
betrekbetrekt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
betrekkend, betrekkende(hebben) betrokken

Übersetzungen

Deutschentbieten; holen; kommen lassen; zurückbringen
Englischget
Esperantovenigi; holi
Färöerischfáa at koma; heinta
Portugiesischfazer vir; ir buscar; mandar buscar
Saterfriesischäntbjoode; hoalje; kuume läite