Information über das Wort betrekken (Niederländisch → Esperanto: malsereniĝi)

Synonym: bewolken

WortartVerb
Aussprache/bəˈtrɛkə(n)/
Trennungbe·trek·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) betrek(ik) betrok
(jij) betrekt(jij) betrok
(hij) betrekt(hij) betrok
(wij) betrekken(wij) betrokken
(jullie) betrekken(jullie) betrokken
(gij) betrekt(gij) betrokt
(zij) betrekken(zij) betrokken
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) betrekke(dat ik) betrokke
(dat jij) betrekke(dat jij) betrokke
(dat hij) betrekke(dat hij) betrokke
(dat wij) betrekken(dat wij) betrokken
(dat jullie) betrekken(dat jullie) betrokken
(dat gij) betrekket(dat gij) betrokket
(dat zij) betrekken(dat zij) betrokken
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
betrekbetrekt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
betrekkend, betrekkende(hebben) betrokken

Gebrauchsbeispiele

De lucht betrok en er stak een kil windje op dat de stofwolken in oostelijke richting wegvoerde.
Zijn metgezel betrok.
Het wordt tijd en de lucht betrekt.

Übersetzungen

Englischcloud over
Esperantomalsereniĝi
Spanischencapotarse; nublarse