Information über das Wort verstaan (Niederländisch → Esperanto: aŭdi)

Synonyme: horen, vernemen

WortartVerb
Aussprache/vərˈstan/
Trennungver·staan

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) versta(ik) verstond
(jij) verstaat(jij) verstond
(hij) verstaat(hij) verstond
(wij) verstaan(wij) verstonden
(jullie) verstaan(jullie) verstonden
(gij) verstaat(gij) verstondt
(zij) verstaan(zij) verstonden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) versta(dat ik) verstonde
(dat jij) versta(dat jij) verstonde
(dat hij) versta(dat hij) verstonde
(dat wij) verstaan(dat wij) verstonden
(dat jullie) verstaan(dat jullie) verstonden
(dat gij) verstaat(dat gij) verstondet
(dat zij) verstaan(dat zij) verstonden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verstaand, verstaande(hebben) verstaan

Gebrauchsbeispiele

Alleen „perverse teef” was te verstaan.

Übersetzungen

Afrikaanshoor
Albanischdëgjoj
Dänischhøre; afhøre
Deutschhören; verstehen; anhören; Gehör schenken; sagen hören; mitgeteilt bekommen; zu Ohren kommen
Englischhear
Englisch (Altenglisch)hyran
Esperantoaŭdi
Färöerischhoyra
Finnischkuulla
Französischentendre
Griechisch (Altgriechisch)αἰσθάνομαι; ἀκούω
Isländischheyra
Italienischudire
Jamaikanisches Kreolischier
Jiddischהערן
Kabylischsel
Katalanischassabentar‐se de; exaudir; oir; sentir
Lateinaudire
Luxemburgischhéieren
Malaiischdengar; mendengar
Niederdeutschhöyren; verstån
Norwegischhøre
Papiamentotende
Polnischsłyszeć
Portugiesischouvir; ouvir dizer
Rumänischauzi
Russischслышать
Saterfriesischfernieme; heere
Schottisch Gälischcluinn
Schwedischhöra
Scotshear
Spanischoír
Srananyere
Suaheli‐sikia
Thaiได้ยิน
Tschechischslyšet
Türkischduymak; işitmek
Ungarischhall
Westfriesischhearre