Information über das Wort brengen (Niederländisch → Esperanto: konduki)

Synonyme: geleiden, leiden, voeren

WortartVerb
Aussprache/ˈbrɛŋə(n)/
Trennungbren·gen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) breng(ik) bracht
(jij) brengt(jij) bracht
(hij) brengt(hij) bracht
(wij) brengen(wij) brachten
(jullie) brengen(jullie) brachten
(gij) brengt(gij) bracht
(zij) brengen(zij) brachten
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) brenge(dat ik) brachtet
(dat jij) brenge(dat jij) brachtet
(dat hij) brenge(dat hij) brachtet
(dat wij) brengen(dat wij) brachtetn
(dat jullie) brengen(dat jullie) brachtetn
(dat gij) brenget(dat gij) brachtett
(dat zij) brengen(dat zij) brachtetn
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
brengbrengt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
brengend, brengende(hebben) gebracht

Gebrauchsbeispiele

Ik werd naar het terras gebracht.
Een gemakkelijk te begrijpen determineertabel brengt u snel tot de naam en de korte beschrijving van de plant.

Übersetzungen

Afrikaanslei
Dänischføre
Deutschführen; leiten; geleiten
Englischlead; bring
Esperantokonduki
Färöerischføra; leiða
Französischaboutir; conduire; diriger; mener
Griechisch (Altgriechisch)ἄγω
Katalanischconduir; menar
Lateinducere
Malaiischpimpin
Niederdeutschleyden
Polnischprowadzić
Portugiesischconduzir; guiar; levar
Rumänischconduce
Russischвести
Saterfriesischfiere; laitje; länkje; leede
Schwedischföra
Spanischconducir
Thaiนำ; นำมา; พามา; พา
Tschechischdirigovat; řídit; vést; vodit
Westfriesischliede; bringe