Information über das Wort bedanken (Niederländisch → Esperanto: eksiĝi)

Synonyme: aftreden, zijn betrekking opzeggen, uittreden, de bons krijgen, zijn ontslag nemen

WortartVerb
Aussprache/bəˈdɑŋkə(n)/
Trennungbe·dan·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) bedank(ik) bedankte
(jij) bedankt(jij) bedankte
(hij) bedankt(hij) bedankte
(wij) bedanken(wij) bedankten
(jullie) bedanken(jullie) bedankten
(gij) bedankt(gij) bedanktet
(zij) bedanken(zij) bedankten
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) bedanke(dat ik) bedankte
(dat jij) bedanke(dat jij) bedankte
(dat hij) bedanke(dat hij) bedankte
(dat wij) bedanken(dat wij) bedankten
(dat jullie) bedanken(dat jullie) bedankten
(dat gij) bedanket(dat gij) bedanktet
(dat zij) bedanken(dat zij) bedankten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
bedankbedankt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
bedankend, bedankende(hebben) bedankt

Gebrauchsbeispiele

Ik bedank als lid, hoor!

Übersetzungen

Afrikaansaftree; aftrede
Deutschabdanken; ausscheiden; aus dem Dienst ausscheiden; aus dem Amt ausscheiden
Englischresign
Esperantoeksiĝi
Färöerischfara frá
Französischdémissioner; re retirer
Italienischabdicare
Portugiesischdemitir‐se
Saterfriesischäntläite; ferouscheedje; ferouskeedje; outonkje
Spanischdarse de baja; dimitir; hacer dimisión
Westfriesischôfgean