Informasie oor die woord lelijk (Nederlands → Esperanto: aĉa)

Sinonieme: flut, kloten‐, kut‐, pokken‐, rot‐, shit‐, vuil, smerig

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/ˈlelək/
Afbrekingle·lijk

Trappe van vergelyking

Stellende traplelijk
Vergrotende traplelijker
Oortreffende traplelijkst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatieflelijklelijker(het) lelijkst, (het) lelijkste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudlelijkelelijkerelelijkste
Onsydige enkelvoudlelijklelijkerlelijkst
Meervoudlelijkelelijkerelelijkste
Bepaaldlelijkelelijkerelelijkste
Partitieflelijkslelijkers 

Vertalinge

Afrikaansaaklig
Duitsschlecht; mies; scheußlig
Engelsugly
Esperantoaĉa
Finshuono
Fransméprisable; piètre; sans valeur; vil
Katalaansdesagradable; dolent; fastigós
Portugeesruim; sem valor; vil