Informasie oor die woord blik (Nederlands → Esperanto: ladskatolo)

Sinonieme: blikje, bus, trommel, trommeltje

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/blɪk/
Afbrekingblik
Geslagonsydig
Meervoudblikken

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
blikjeblikjes

Voorbeelde van gebruik

Ik zal een blik sardines in olijfolie bij me steken en ze wijsmaken dat het springstof bevat.
Wil je een blik soep?

Vertalinge

Afrikaansblik
Engelscan; tin
Esperantoladskatolo; ferskatolo
Noorsblikk
Papiamentsbleki
Portugeescaixa de lata; lata
Russiesбанка
Spaanscaja; lata; lata de conservas
Tagaloglata
Thaiกระป๋อง
Wes‐Friesblykje