Informasie oor die woord blik (Nederlands → Esperanto: rigardo)

Sinonieme: aanblik, kijk

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/blɪk/
Afbrekingblik
Geslagmanlik
Meervoudblikken

Voorbeelde van gebruik

Hij wilde nog meer over dit onderwerp zeggen, doch een gierende windvlaag leidde zijn aandacht af en trok zijn blik naar het venster.
Wie het niet met hem eens was, werd slechts een vernietigende blik waardig gekeurd.

Vertalinge

Deensblik
DuitsBlick; Einsicht; Anblick
Engelslook
Esperantorigardo
Fransaspect; regard; spectacle; vue
Hongaarstekintet
Papiamentsmirada
Poolsspojrzenie
Portugeesolhadela
Russiesвзгляд
SaterfriesGlap; Iensicht
Spaansmirada
Wes‐Friesoansjen