Informasie oor die woord verwittigen (Nederlands → Esperanto: informi)

Sinonieme: berichten, informeren, inlichten, voorlichten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈʋɪtəɣə(n)/
Afbrekingver·wit·ti·gen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) verwittig(ik) verwittigde
(jij) verwittigt(jij) verwittigde
(hij) verwittigt(hij) verwittigde
(wij) verwittigen(wij) verwittigden
(jullie) verwittigen(jullie) verwittigden
(gij) verwittigt(gij) verwittigdet
(zij) verwittigen(zij) verwittigden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) verwittige(dat ik) verwittigde
(dat jij) verwittige(dat jij) verwittigde
(dat hij) verwittige(dat hij) verwittigde
(dat wij) verwittigen(dat wij) verwittigden
(dat jullie) verwittigen(dat jullie) verwittigden
(dat gij) verwittiget(dat gij) verwittigdet
(dat zij) verwittigen(dat zij) verwittigden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verwittigverwittigt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
verwittigend, verwittigende(hebben) verwittigd

Voorbeelde van gebruik

Als u nog iets nodig heeft, aarzel dan niet me daarvan te verwittigen.
Ik weet weinig van de hele zaak af, behalve dan dat het die priester was, die Umphred, die hen samen aantrof en die zijne majesteit verwittigde.

Vertalinge

Afrikaansin kennis stel; inlig
Albanieslajmëroj
DuitsAuskunft geben; benachrichtigen; informieren; mitteilen; unterrichten; in Kenntnis setzen
Engelsinform
Esperantoinformi
Faroëesupplýsa
Fransapprendre à; informer; renseigner
Hongaarsinformál; tájékoztat
Italiaansinformare; insegnare
Katalaansinformar
Nederduitsberichten
Papiamentsinformá
Poolsinformować
Portugeesinformar; noticiar; participar
Roemeensinforma
SaterfriesBescheed tälle; Beskeed tälle; boodje; boskupje; informierje; meedeele
Spaansinformar
Tsjeggiesoznámit; sdělit
Turksbildirmek