Informasie oor die woord voortduren (Nederlands → Esperanto: daŭri)

Sinonieme: aanhouden, beklijven, duren, standhouden, voortgang vinden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvordyːrə(n)/
Afbrekingvoort·du·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(hij) duurt voort(hij) duurde voort
(zij) duren voort(zij) duurden voort
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat hij) voortdure(dat hij) voortduurde
(dat zij) voortduren(dat zij) voortduurden
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
voortdurend, voortdurende(hebben) voortgeduurd

Voorbeelde van gebruik

Hoelang moet mijn kwelling nog voortduren?

Vertalinge

Afrikaansduur; voortduur
Deensvare
Duitsdauern; währen; sich hinziehen
Engelscontinue; endure; last; persist; go on
Esperantodaŭri; plui
Faroëesvara
Finskestää
Franscontinuer; durer
Hongaarstart
Italiaansdurare
Katalaansdurar
Luxemburgsdaueren
Nederduitsduren
Papiamentsdura
Poolstrwać
Portugeescontinuar; durar; permanecer; prolongar‐se
Saterfriesduurje
Spaansdurar
Thaiกินเวลา
Wes‐Friesduorje