Informasie oor die woord wegrijden (Nederlands → Esperanto: forveturi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɛxrɛi̯də(n)/
Afbrekingweg·rij·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) rij weg, rijd weg(ik) reed weg
(jij) rijdt weg(jij) reed weg
(hij) rijdt weg(hij) reed weg
(wij) rijden weg(wij) gereden weg
(jullie) rijden weg(jullie) gereden weg
(gij) rijdt weg(gij) reedt weg
(zij) rijden weg(zij) gereden weg
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) wegrijde(dat ik) wegrede
(dat jij) wegrijde(dat jij) wegrede
(dat hij) wegrijde(dat hij) wegrede
(dat wij) wegrijden(dat wij) wegreden
(dat jullie) wegrijden(dat jullie) wegreden
(dat gij) wegrijdet(dat gij) wegredet
(dat zij) wegrijden(dat zij) wegreden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
rij weg, rijd wegrijdt weg
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
wegrijdend, wegrijdende(zijn) weggereden

Voorbeelde van gebruik

Simon keek de wegrijdende wagen na.

Vertalinge

Afrikaansvertrek
Esperantoforveturi