Informatie over het woord hiel (Westerlauwers Fries → Esperanto: tre)

Synoniemen: bjuster, bot, fleande, gâns, slim, rju, ûnhuerich, alderivichste

Uitspraak/hɪə̯l/
Afbrekinghiel
Woordsoortbijwoord

Voorbeelden van gebruik

Dat dizze parken yn lokale hannen kaam binne, fine wy hiel wichtich.

Vertalingen

Afrikaansbaie; erg
Catalaansben; molt
Deensmeget; særlig
Duitssehr
Engelsvery
Engels (Oudengels)for‐wel
Esperantotre
Faeröersavbera; nógv; sera; stak
Finssangen
Fransbien; fort; tout; très
Grieksπολύ
Hongaarsigen; nagyon
IJslandsmjög; æði
Italiaansassai; molto
Jamaicaans Creoolsbad; wel
Latijnadmodum; antigerio; apprime
Luxemburgsganz
Maleissengat; sangat
Nederduitsbysünder; slim
Nederlandsbijster; bijzonder; danig; erg; gans; heel; terdege; zeer
Papiamentsaltamente; hopi; marsha; mashá
Poolsbardzo; nader
Portugeesmui; muito
Roemeensfoarte; prea
Russischочень
Saterfriesaisk; aiske; bedröiwed; duftich; gjucht; gjucht fuul; hälske; läip; swied
Schotsverra; awfu
Spaansmuy
Sranandorodoro; sote
Swahilimno; sana
Thaisจัง; จัด; เท่าไหร่; มาก
Tsjechischhodně; velice; velmi
Turkspek
Zweedsbra; hart; mycket; mäkta