Informatie over het woord meitsje (Westerlauwers Fries → Esperanto: fari)

Synoniem: dwaan

Uitspraak/ˈmɛi̯tsjə/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) meitsje(ik) makke
(do) makkest(do) makkest
(hy) makket(hy) makke
(wy) meitsje(wy) makken
(jimme) meitsje(jimme) makken
(sy) meitsje(sy) makken
Gebiedende wijs
meitsje
Verleden deelwoord
(hawwe) makke
Infinitief II
meitsjen

Voorbeelden van gebruik

In groep frijwilligers hat in plan makke om dat foarinoar te krijen.

Vertalingen

Afrikaansverrig; pleeg; uitvoer; maak; begaan; doen
Duitsmachen; tun
Engelsdo; carry out; commit; perform; wage; conduct
Esperantofari
Fransfaire
Jamaicaans Creoolsdu; mek
Nederduitsdoon; maken; uutvoren
Nederlandsbedrijven; begaan; maken; doen; uithalen; plegen; uitrichten; verrichten; uitvoeren
Papiamentshasi
Schotsdae