Informatie over het woord kinne (Westerlauwers Fries → Esperanto: povi)

Synoniemen: mogen, meie

Uitspraak/ˈkɪnə/
Afbrekingkin·ne
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kin(ik) koe
(do) kinst(do) koest
(hy) kin(hy) koe
(wy) kinne(wy) koenen, koene
(jimme) kinne(jimme) koenen, koene
(sy) kinne(sy) koenen, koene
Verleden deelwoord
(hawwe) kinnen, kind
Infinitief II
kinnen

Voorbeelden van gebruik

Mar foar it twadde jier op rige kin it net trochgean.
Kinne we genôch minsken fine, benammen foar bestjoeren?
Dat de seehûn dizze wike befrijd wurde koe, is neffens har in útsûndering.

Vertalingen

Afrikaanskan; mag
Catalaanspoder
Deenskunne
Duitskönnen; vermögen
Engelscan; be able to
Engels (Oudengels)cunnan
Esperantopovi
Faeröersfáa; kunna
Finsvoida
Franspouvoir
Italiaanspotere
Kabylischzmer
Latijnposse; potui
Luxemburgskënnen
Maleisboleh
Nederduitskünnen; köänen; kinnen
Nederlandsbij machte zijn; kunnen
Papiamentspor
Poolsmóc
Portugeespoder; ter a faculdade de
Roemeensputea
Russischмочь
Saterfriesduure; konne
Schotscan
Spaanspoder
Sranankan; man
Swahili‐weza
Thaisเป็น; สามารถ; ไหว; ได้
Zweedsgitta; må; mäkta; orka