Informasie oor die woord dwaan (Wes‐Fries → Esperanto: fari)

Sinoniem: meitsje

Uitspraak/dvaːn/
Afbrekingdwaan
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) doch(ik) die, diich, dyng
(do) dochst(do) diest, diichst, dyngst
(hy) docht(hy) die, diich, dyng
(wy) dogge(wy) diene, dienen, digen, dyngen
(jimme) dogge(jimme) diene, dienen, digen, dyngen
(sy) dogge(sy) diene, dienen, digen, dyngen
Gebiedende wys
doch
Verlede deelwoord
(hawwe) dien
Infinitief II
dwaan

Voorbeelde van gebruik

Rykswettersteat is al jierren dwaande op it trajekt.

Vertalinge

Afrikaansverrig; pleeg; uitvoer; maak; begaan; doen
Duitsmachen; tun
Engelsdo
Esperantofari
Fransfaire
Jamaikaanse Patoisdu; mek
Nederduitsdoon; maken; uutvoren
Nederlandsbedrijven; begaan; maken; doen; uithalen; plegen; uitrichten; verrichten; uitvoeren
Papiamentshasi
Skotsdae