Informatie over het woord jour (Frans → Esperanto: tago)

Uitspraak/ʒuʁ/
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekingjour
Geslachtmanlijk
Meervoudjours

Voorbeelden van gebruik

La famille n’arrêtait pas de penser qu’il reviendrait dans quelques jours, mais les jours se sont transformés en mois, les mois en années.

Vertalingen

Afrikaansdag
Albaneesditë
Catalaansdia
Deensdag
DuitsTag
Engelsday
Engels (Oudengels)dæg
Esperantotago
Faeröersdagur
Finspäivä
Grieksηπέρα; μέρα
Hawaiaansao; lā
Hongaarsnap
IJslandsdagur
Italiaansgiorno;
Jamaicaans Creoolsdie
Jiddischטאָג
Latijndies
LuxemburgsDag
Maleishari; siang
Nederduitsdag
Nederlandsdag
Noorsdag
Papiamentsdia
Poolsdzień
Portugeesdia
Roemeenszi
Russischдень
SaterfriesDai
Schotsday
Schots-Gaelischlatha; là
Spaansdía
Sranandey
Swahilimchana
Tagalogaraw
Thaisกลางวัน; วัน
Tsjechischden
Turksgün; gündüz
Welsdydd; diwrnod
Westerlauwers Friesdei
Zweedsdag