Informatie over het woord avión (Spaans → Esperanto: aviadilo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk
Meervoudaviónes

Voorbeelden van gebruik

A bordo del avión viajaban seis personas, dijo la guardia costera.

Vertalingen

Afrikaansvliegtuig
Albaneesaeroplan; avion
Catalaansavió; aeronau
Deensflyvemaskine; fly
DuitsFlugzeug; Maschine
Engelsplane
Esperantoaviadilo; flugmaŝino; avio
Faeröersflogfar
Fransaéronef; avion
Hongaarsrepülőgép
IJslandsflugvél
Italiaansaeroplano
Nederlandsmachine; toestel; vliegmachine; vliegtoestel
Noorsfly
Papiamentsaeroplanu; avion; airoplano
Poolssamolot
Portugeesaeronave
Roemeensaeroplan; avion
Russischаэроплан; самолёт
SaterfriesÄroplan; Flieger
Srananopolangi
Swahilieropleni
Thaisเครื่องบิน
Turksuçak; uçaklar
Welsawyren; eroplên
Westerlauwers Friesfleanmasine; fleantúch
Zweedsflygplan